crèmekleurige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- crè·me·kleu·ri·ge
Bijvoeglijk naamwoord
crèmekleurige
- verbogen vorm van de stellende trap van crèmekleurig
- ▸ Ze nam de capsule in haar rechterhand en goot het potje leeg zodat haar handpalm zich vulde met crèmekleurige gelatinebolletjes.[1]