counterde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- coun·ter·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
counteren |
counterde
- enkelvoud verleden tijd van counteren
- Ik counterde.
- Jij counterde.
- Hij, zij, het counterde.
- Ik counterde.
vervoeging van |
---|
counteren |
counterde