counselt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • coun·selt

Werkwoord

vervoeging van
counselen

counselt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van counselen
    • Jij counselt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van counselen
    • Hij counselt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van counselen
    • Counselt! 

Gangbaarheid