contempleer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contempleer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tem·pleer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
contempleren |
contempleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contempleren
- Ik contempleer.
- gebiedende wijs van contempleren
- Contempleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van contempleren
- Contempleer je?