conflicteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·flic·teert

Werkwoord

vervoeging van
conflicteren

conflicteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conflicteren
    • Jij conflicteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van conflicteren
    • Hij conflicteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van conflicteren
    • Conflicteert!