conditioneerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·di·ti·o·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
conditioneren |
conditioneerden
- meervoud verleden tijd van conditioneren
- Wij conditioneerden.
- Jullie conditioneerden.
- Zij conditioneerden.
- Wij conditioneerden.