concludeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·clu·deer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
concluderen |
concludeerden
- meervoud verleden tijd van concluderen
- Wij concludeerden.
- Jullie concludeerden.
- Zij concludeerden.
- Wij concludeerden.
vervoeging van |
---|
concluderen |
concludeerden