concerteerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·cer·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
concerteren |
concerteerden
- meervoud verleden tijd van concerteren
- Wij concerteerden.
- Jullie concerteerden.
- Zij concerteerden.
- Wij concerteerden.
Gangbaarheid
- Het woord concerteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.