commenteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·men·teert

Werkwoord

vervoeging van
commenteren

commenteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commenteren
    • Jij commenteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van commenteren
    • Hij commenteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van commenteren
    • Commenteert!