columnistischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- co·lum·nis·ti·schers
Bijvoeglijk naamwoord
columnistischers
- partitief van de vergrotende trap van columnistisch
Gangbaarheid
- Het woord 'columnistischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.