colloqueert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: colloqueert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- col·lo·queert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
colloqueren |
colloqueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van colloqueren
- Jij colloqueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van colloqueren
- Hij colloqueert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van colloqueren
- Colloqueert!