collectioneert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·lec·ti·o·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
collectioneren |
collectioneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collectioneren
- Jij collectioneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van collectioneren
- Hij collectioneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van collectioneren
- Collectioneert!