clasht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • clasht

Werkwoord

vervoeging van
clashen

clasht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van clashen
    • Jij clasht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van clashen
    • Hij clasht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van clashen
    • Clasht! 

Gangbaarheid