charterde
Uiterlijk
- char·ter·de
vervoeging van |
---|
charteren |
charterde
- enkelvoud verleden tijd van charteren
- Ik charterde.
- Jij charterde.
- Hij, zij, het charterde.
- Ik charterde.
- Het woord charterde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.