centraliseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cen·tra·li·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
centraliseren |
centraliseerden
- meervoud verleden tijd van centraliseren
- Wij centraliseerden.
- Jullie centraliseerden.
- Zij centraliseerden.
- Wij centraliseerden.