celebreer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ce·le·breer

Werkwoord

vervoeging van
celebreren

celebreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van celebreren
    • Ik celebreer. 
  2. gebiedende wijs van celebreren
    • Celebreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van celebreren
    • Celebreer je?