catalogiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·ta·lo·gi·seert

Werkwoord

vervoeging van
catalogiseren

catalogiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van catalogiseren
    • Jij catalogiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van catalogiseren
    • Hij catalogiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van catalogiseren
    • Catalogiseert!