carambolerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·ram·bo·le·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | caramboleren |
carambolerende
- verbogen vorm van carambolerend, het onvoltooid deelwoord van caramboleren
vervoeging van: | caramboleren |
verbogen vorm: | carambolerendee |
carambolerende