calamos

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
calar

calamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van calar
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van calar
vervoeging van
calarse

calamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van calarse
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van calarse
vervoeging van
caler

calamos

  1. aanvoegende wijs eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van caler
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van caler