cabardouches

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·bar·dou·ches
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de Nederlandsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord cabardouche
     Over de grens in Frankrijk stonden een paar cabardouches. Ik heb er, echt waar, twee keer binnen gezeten, en ik zag de dames en ik zweer het u, ze leken niet op de dromen die ik had in mijn brein, (…)[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 december 2020 Weblink bron “Paddenkoppenland: roman” (2014), Atlas Contact, Amsterdam, ISBN 9789025443528