buspakjes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bus·pak·jes
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de buspakjesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord buspakje
     De onderneming richt zich op de bezorging van geadresseerd drukwerk, zoals transactiepost, direct mail, tijdschriften en buspakjes.[1]

Gangbaarheid

47 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 2 augustus 2020 Weblink bron
    Cerberus
    “Sandd krijgt gelijk: EZ zat fout met achterhouden overlegstukken PostNL (fotobijschrift)” (24 okotober 2018) op destentor.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be