burgemeesters
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bur·ge·mees·ters
Zelfstandig naamwoord
de burgemeesters mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord burgemeester
- ▸ Ik neem aan dat het nu over raadsleden, burgemeesters en dat soort lui gaat. En hoger.[1]