bunaders

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bu·na·ders
Woordherkomst en -opbouw
  • Noorse zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -nad en met de woorduitgang -ers
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

bunaders

  1. genitief onbepaald mannelijk meervoud van bunad