bulderlacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bulderlacht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bul·der·lacht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bulderlachen |
bulderlacht
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bulderlachen
- Jij bulderlacht.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bulderlachen
- Hij bulderlacht.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bulderlachen
- Bulderlacht!
Gangbaarheid
- Het woord bulderlacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.