bubs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bubs    (hulp, bestand)
• IPA: / bʏps / (1 lettergreep)

Woordafbreking

• bubs

Zelfstandig naamwoord

bubs

1. verouderde spelling of vorm van bups tot 1955

Opmerkingen

• Van de officiële Woordenlijst Nederlandse taal uit 1954 verscheen in 1990 een herziene uitgave waarin dit woord voor het eerst werd opgenomen, geschreven met een p. Aangezien er in 1990 geen sprake was van een spellingwijziging is voor de eenvoud aangenomen dat "bups" vanaf 1955 de officiële spelling was. Deze schrijfwijze is aangetroffen vanaf 1952, de schrijwijze "bubs" al vanaf 1922 (zie bij bups). Van Dale vermeldde "bubs" vanaf de 9e druk (1970) tot de 12e druk (1992) en "bups" vanaf de 10e druk (1976).