braveert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bra·veert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
braveren |
braveert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van braveren
- Jij braveert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van braveren
- Hij braveert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van braveren
- Braveert!
Gangbaarheid
- Het woord braveert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.