brání

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /braːɲiː/
Woordafbreking
  • brá·ní

Werkwoord

brání

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord bránit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord bránit