bouří

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔʊ̯r̝iː/
Woordafbreking
  • bou·ří

Zelfstandig naamwoord

bouří

  1. instrumentalis enkelvoud van bouře
  2. genitief meervoud van bouře

Werkwoord

bouří

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord bouřit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord bouřit