bosje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·je
Zelfstandig naamwoord
het bosje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bos
- ▸ Haar vingers speelden met de stelen van het bosje bloemen dat in een glazen vaasje stond.[1]
Gangbaarheid
- Het woord bosje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bosje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be