borduurden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: borduurden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bor·duur·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
borduren |
borduurden
- meervoud verleden tijd van borduren
- Wij borduurden.
- Jullie borduurden.
- Zij borduurden.
- Wij borduurden.