bonjourden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bonjourden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bon·jour·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bonjouren |
bonjourden
- meervoud verleden tijd van bonjouren
- Wij bonjourden.
- Jullie bonjourden.
- Zij bonjourden.
- Wij bonjourden.