Naar inhoud springen

bolwerkte

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 14 jun 2016 om 13:05 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *bol·werk·te {{-verb-|0}} {{ovt-enk|bolwe...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • bol·werk·te
vervoeging van
bolwerken

bolwerkte

  1. enkelvoud verleden tijd van bolwerken
    • Ik bolwerkte. 
    • Jij bolwerkte. 
    • Hij, zij, het bolwerkte.