Naar inhoud springen

boezemden in

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 27 jun 2017 om 01:07 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *boe·zem·den in {{-etym-}} *{{vorm-scheid...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • boe·zem·den in
vervoeging van
inboezemen

boezemden (...) in

  1. meervoud verleden tijd van inboezemen
    • Wij boezemden in. 
    • Jullie boezemden in. 
    • Zij boezemden in.