boerenzegswijzen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boerenzegswijzen (hulp, bestand)
- IPA: / burə(n)ˈzɛxswɛizə(n) / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- boe·ren·zegs·wij·zen
Woordherkomst en -opbouw
- boerenzegswijs met uitgang -en, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt
Zelfstandig naamwoord
de boerenzegswijzen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boerenzegswijs
- meervoud van het zelfstandig naamwoord boerenzegswijze
- ▸ Ruurd had haar het verhaal gegeven en Sjoukje kleedde het aan. Daarvoor putte ze uit materiaal dat ze had gevonden in beschrijvingen van het boerenleven, Friese volksgebruiken, boerenzegswijzen en gewoontes van het platteland die ze had verzameld uit kranten en tijdschriften.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'boerenzegswijzen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron A. Holtrop“Nynke van Hichtum. Leven en wereld van Sjoukje Bokma de Boer 1860-1939”, proefschrift (2005), Contact, Amsterdam, p. 517