boardt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boardt

Werkwoord

vervoeging van
boarden

boardt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boarden
    • Jij boardt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boarden
    • Hij boardt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van boarden
    • Boardt!