bloesemt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bloe·semt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bloesemen |
bloesemt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloesemen
- Jij bloesemt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bloesemen
- Hij bloesemt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bloesemen
- Bloesemt!
Gangbaarheid
- Het woord 'bloesemt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.