blesseerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blesseerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bles·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
blesseren |
blesseerden
- meervoud verleden tijd van blesseren
- Wij blesseerden.
- Jullie blesseerden.
- Zij blesseerden.
- Wij blesseerden.