blanst

Uit WikiWoordenboek

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • blanst

Werkwoord

blanst

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van blanse

Werkwoord

blanst

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van blanse
Schrijfwijzen