blødde
Noors
Woordafbreking
- blød·de
Naar frequentie | 11318 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van blødd
blødde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van blødd
Werkwoord
blødde
- verleden tijd van blø
Nynorsk
Woordafbreking
- blød·de
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van blødd
blødde, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van blødd
Werkwoord
blødde
- verleden tijd van blø
Werkwoord
blødde
- verleden tijd van bløda
Werkwoord
blødde
- verleden tijd van bløde