bijziende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·zien·de
Bijvoeglijk naamwoord
bijziende
- verbogen vorm van de stellende trap van bijziend
Gangbaarheid
- Het woord bijziende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijziende" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be