bijbrengend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijbrengend (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·bren·gend
Werkwoord
vervoeging van: | bijbrengen |
verbogen vorm: | bijbrengende |
bijbrengend
vervoeging van: | bijbrengen |
verbogen vorm: | bijbrengende |
bijbrengend