bezoodt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zoodt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezoden |
bezoodt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoden
- Jij bezoodt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bezoden
- Hij bezoodt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bezoden
- Bezoodt!
Gangbaarheid
- Het woord bezoodt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.