bezondigden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezondigden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zon·dig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezondigen |
bezondigden
- meervoud verleden tijd van bezondigen
- Wij bezondigden.
- Jullie bezondigden.
- Zij bezondigden.
- Wij bezondigden.