bezondigen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezondigen (hulp, bestand)
- IPA: /bə'zɔndəɣə(n)/
Woordafbreking
- be·zon·di·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bezondigen |
bezondigde |
bezondigd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bezondigen
- wederkerend zich ~ aan: zonde op zich laden
- Hij had zich bezondigd aan het eten van varkensvlees.
Gangbaarheid
- Het woord bezondigen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bezondigen" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Voorvoegsel be- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Onscheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Wederkerend werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 91 %
- Prevalentie Vlaanderen 94 %