bewoog mee
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bewoog mee (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·woog mee
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meebewegen |
bewoog mee
- enkelvoud verleden tijd van meebewegen
- Ik bewoog mee.
- Jij bewoog mee.
- Hij, zij, het bewoog mee.
- Ik bewoog mee.