bewonersparkerend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wo·ners·par·ke·rend
Werkwoord
vervoeging van: | bewonersparkeren |
verbogen vorm: | bewonersparkerende |
bewonersparkerend
vervoeging van: | bewonersparkeren |
verbogen vorm: | bewonersparkerende |
bewonersparkerend