bewonersparkeren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bewonersparkeren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·wo·ners·par·ke·ren

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bewoner zn  en  parkeren ww  met het invoegsel -s- 

Werkwoord

bewonersparkeren

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
bewonersparkeren
onvolledig

1. regeling waarbij bewoners van een bepaalde wijk gratis kunnen parkeren terwijl bezoekers moeten betalen om te parkeren

   ▸ In de binnenstad van Almelo is een parkeerregeling van kracht waarbij het de bedoeling is in de straten direct rondom het centrum het ‘bezoekersparkeren’ te ontmoedigen ten gunste van het bewonersparkeren. Dat gebeurt door een hoog parkeertarief, terwijl bewoners in die straten een parkeervergunning kunnen krijgen. Het systeem wordt volgens de parkeergroep echter niet overal op dezelfde manier toegepast. Bovendien, zo schrijft de groep in een persbericht, wordt niet handhavend opgetreden tegen overtreders. Ook kan in sommige woonstraten in de nabijheid van het centrum gratis geparkeerd worden, waardoor in bepaalde straten een ‘parkeerinfarct’ zou ontstaan.

   ▸ Wat de tijdelijke maatregelen betreft: op het terrein, direct grenzend tegen het bouwperceel achter de schutting tegenover Talamini aan de Grotestraat, zijn parkeerplekken met groen voorzien. Volgens een woordvoerder van de gemeente zijn de parkeerplaatsen bestemd voor ‘bewonersparkeren’. Daaraan bestaat op dit moment een gebrek.

Antoniemen

• bezoekersparkeren

Gangbaarheid

• Het woord bewonersparkeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.