bewierookt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·wie·rookt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bewieroken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bewieroken

bewierookt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewieroken
    • Jij bewierookt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewieroken
    • Hij bewierookt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bewieroken
    • Bewierookt! 
vervoeging van: bewieroken…
verbogen vorm: bewierookte

bewierookt

  1. voltooid deelwoord van bewieroken