bewerkstelligden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·werk·stel·lig·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bewerkstelligen |
bewerkstelligden
- meervoud verleden tijd van bewerkstelligen
- Wij bewerkstelligden.
- Jullie bewerkstelligden.
- Zij bewerkstelligden.
- Wij bewerkstelligden.