betrouwden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: betrouwden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·trouw·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
betrouwen |
betrouwden
- meervoud verleden tijd van betrouwen
- Wij betrouwden.
- Jullie betrouwden.
- Zij betrouwden.
- Wij betrouwden.